Return of the jet car
Nee, niks geen futuristisch gedoe met auto's met straalaandrijving. Integendeel, we gaan retro. Of beter gezegd: Norev gaat retro door de oude seriebenaming 'jet car' weer uit de motteballen te halen:
Een stukje
histoire de Norev:
Speelgoedfabriek Norev werd in 1946 opgericht door de broers Paul, Joseph en Émile Véron. De familienaam achterstevoren geschreven werd de bedrijfsnaam. Émile zou later het merk Majorette starten. Norev maakte simpel plastic speelgoed. Aangestoken door het succes van Dinky Toys begon Norev in 1953 met de fabricage van plastic modelauto's in de schaal 1:43. (Die schaal vindt overigens zijn oorsprong in de modeltreinwereld: spoor 0, vandaar dat schaal H0, of half-0, 1:87 is.)
Kinderen van nu rond de 50 jaar herinneren zich ongetwijfeld de plastic Norevs wel: behoorlijk geproportioneerd en gedetailleerd, voorzien van 'verchroomde' bumpers en verpakt in een doosje met daarop de technische specs van het 1:1 voorbeeld. Reuze interessant natuurlijk voor de trotse bezittertjes van de plastic wagentjes die niet gelakt waren maar door en door gekleurd.
De Norevs kenden een groot manco: als ze wat ouder werden kon de carrosserie soms geheel vervormen. De oorzaak lag in het gebruik van het soort plastic: rhodialite, ontwikkeld door de chemie-bedrijven Rhône-Poulenc en Rhodiaceta.
Norev wilde van het imago van goedkoop speelgoed af. In 1971 werd de Jet Car serie geïntroduceerd. Onder deze naam verschenen drie series:
- M, of 600, ook "Cométal" genoemd, met een plastic carrosserie op een metalen bodemplaat.
- N, of 700, met zamac carrosserie
- P, of 800, eveneens met zamac carrosserie, dit was de meest verkochte serie.
Meerdere modellen die eerst in plastic werden vervaardigd kwamen later als metalen model terug, zoals de Montreal: in plastic nummer 179, in metaal nummer 816 (foto's zie Gijs Jordans' MARC rubriek in Klaverblaadje 126, p. 155 e.v.).
In 1989 verdween Jet Car als serie aanduiding. Norev ging uiteraard door met fabricage van miljoenen kleine vierwielertjes (en meer) maar ging eind jaren '90 tot twee keer toe failliet. Doorgestart onder de huidige eigenaar Axel Fischer werd de nadruk meer en meer gelegd of modellen voor verzamelaars. Norev maakte geen 'speelgoedautootjes' meer. De productielijn verhuisde van Frankrijk naar China (Guangzhou en omgeving), zoals dat bij vele modelmerken gebeurde. De nadruk lag vooral op Franse automerken die via de betreffende dealers werden verkocht. De kwaliteit kwam steeds meer in de buurt van die van trendsetter Minichamps te liggen.
(Bron: wikipedia.fr en forum-auto.fr)
Ik heb Norev wel eens het merk met twee gezichten genoemd: er werd enorm veel voor de in opkomst zijnde kiosk-reeksen (Hachette) geproduceerd, waarbij de verhoudingen soms flink te wensen overlieten (Giulia met 'raar' dak,
Alfetta hoog op de poten) terwijl er daarnaast heel nette modellen via de winkel verkocht werden, zoals de
916 Spider en GTV. Hierbij deed zich het verschijnsel voor dat de duurdere winkel modellen later als goedkoop kioskmodel verschenen maar soms ook andersom! Of eerst als spotgoedkope dealer-promo (
zoals de 159) die later met een lik verf en een 'display-case' doosje
voor de volle mep in de verkoop ging.
Hetzelfde deed zich voor met de MiTo. En nu Norev dit voorjaar de serie aanduiding Jet Car weer van stal gehaald heeft krijgen we de goedkope MiTo opnieuw: in een simpeler doosje en met een mindere detaillering, zoals die van het promotiemodel.
Prijs rond de zes euro en daarmee heb je een eenvoudig maar qua vorm leuk modelletje.
Wat ik mij daarbij steeds afvraag is of die verschillende series elkaar niet kannibaliseren. Klaarblijkelijk niet, anders zou Norev het niet doen. En dan te bedenken dat er ook nog een extra-opgeleukte Provence Moulage versie is voor tegen de 50 euro... Die is wel serieus mooi, daarover later meer.